Houdt God van alle mensen? 

 

Johannes 3:16 Want al zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.

 

Psalm 11:5 en wie geweld bemint, dien haat Hij.

 

Tijdens de voorbereiding van een bijbelstudie over God kwam de vraag boven of God van alle mensen houdt. Deze vraag wordt waarschijnlijk door de meeste christenen met ja beantwoord. Toch is het de moeite waard om de bijbel er eens op na te lezen of dit echt zo is en of de teksten die ervoor worden aangevoerd wel steekhoudend zijn. We zijn uiteindelijk niet gebaat bij een op vooroordelen berustend beeld van God, maar op de waarheid over Hem die vanuit de bijbel tot ons komt.

Het is hierbij geenszins mijn bedoeling om het aanbod van verzoening van God aan alle mensen in twijfel te trekken. Het is mijn volle overtuiging dat het nooit Gods schuld of bedoeling is dat er iemand verloren gaat maar dat dit altijd aan die mens zelf te wijten is doordat hij het aanbod van God niet aanvaard heeft.

Welke teksten worden er dan aangevoerd en wat valt daar van te zeggen en welke teksten zijn er eventueel die zeggen dat God niet van alle mensen zou houden?

Wat is de betekenis van de verschillende woorden die voor liefde worden gebruikt?

Is het haten van God in strijd met de uitspraak van Johannes dat God liefde is?

Eph.2:4 wij waren van nature, evenzeer als de overigen, kinderen des toorns-, God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmee Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus.

In dit vers staat dat God houdt van "ons". Het is dus al heel merkwaardig om deze tekst te gebruiken om aan te tonen dat God van alle mensen zou houden daar deze tekst juist een beperking tot "ons" lijkt aan te geven. Bovendien zegt deze tekst niet expliciet dat God van ons hield zoals we waren toen we nog kinderen des toorns waren. Immers, kinderen des toorns, lijkt niet bepaald op "geliefde kinderen".

Ik denk eerder dat God al voordat mensen zich tot Hem bekeren al uitziet naar de liefde die Hij hen kan betonen in hun bekeerde toestand. Er staat ook niet in dit gedeelte dat God ons al lief had in onze oude toestand maar dat Hij ons vanuit die toestand mede levend heeft gemaakt met Christus.

Rom.5:8 God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is.

Deze tekst lijkt veel op wat in Epheze 2 staat. Ook hier lijkt het er veel meer op dat Gods liefde gold voor de mensen die in zijn Zoon zouden gaan geloven dan dat God al van ons hield toen wij nog ongelovig waren. In elk geval wordt hier niet over alle mensen gesproken maar juist over mensen die Christus al aangenomen hebben.

Joh.3:16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.

Dit is wel de meest gebruikte tekst om aan te tonen dat God van alle mensen houdt. Toch is het ook hier de vraag of dat werkelijk bedoeld wordt. In de eerste plaats staat het eerste gedeelte in de voltooid verleden tijd. Er staat dus niet dat God nu van alle mensen houdt. Maar ook niet dat dat niet zo zou zijn.

Het is ook zeer de vraag wat er met de wereld wordt bedoeld. Zou het niet zo zijn dat God van Zijn schepping houdt als geheel.

Op andere plaatsen in het Johannes evangelie wordt de wereld op heel andere en wel negatieve manier gebruikt. Ik denk dat in deze tekst het woord wereld generaliserend wordt gebruikt. Het volgende voorbeeld kan dat misschien nog wat verduidelijken.

A: Hou jij van appels?

B: jazeker.

A: Ik heb hier nog een rotte appel.

B: Maar, die hoef ik niet!

A: Maar je hield toch van appels?

B: Ja, maar niet van rotte.

 

Het is ook goed om ons af te vragen wat de betekenis in deze drie teksten is van het woord "liefhebben".

Een woordstudie in de engelse Online Bible leert dat er twee woorden zijn voor liefhebben. Het zijn de woorden Agape en Phileo.

Het woord Phileo heeft de betekenis van warme gevoelens voor iemand hebben.

Het woord Agape heeft de betekenis van: het goede met iets of iemand voor hebben en het nastreven van een hoger doel. Het is meer intelligent en verstandelijk en heeft ook alles te maken met de daden die bij deze vorm van liefhebben horen. Het is dan ook niet vreemd dat in de Joh.3:16, Rom.5:8 en Eph.2:4 het woord Agape voorkomt. Het gaat daar nog helemaal niet om warme gevoelens die God voor alle mensen zou hebben. Het gaat daar om het grote doel dat Hij in Christus heeft verwezenlijkt om het voor mensen mogelijk te maken om door geloof met Hem verzoend te worden. Het gaat hier dus nog helemaal niet om individuen maar om het heil voor de toekomstige gelovigen. God heeft dus al voor het tot geloof komen van mensen de daad gesteld die de verzoening mogelijk maakt.

De volgende teksten zeggen steeds opnieuw dat God lief heeft en het is goed om eens te kijken wie God liefheeft.

Deut.4:37 Omdat Hij uw vaderen heeft liefgehad.

Deut.7:8 omdat de HERE u liefhad en de eed hield (Israël)

2 Sam.12:25 de HERE nu had Salomo lief

Ps 145:20 De HERE bewaart allen die Hem liefhebben

Ps 146:8 de HERE heeft de rechtvaardigen lief

Jer.31:3 Ja, Ik heb u liefgehad met eeuwige liefde (Israël)

Hosea 9:15 Al hun boosheid is in Gilgal, daar heb Ik ze dan ook gehaat; wegens hun boze handelingen zal Ik ze uit mijn huis verdrijven. Ik zal ze niet meer liefhebben: al hun vorsten zijn opstandelingen.

Hier zien we duidelijk dat haat tegenover liefde staat en dat het Gods reactie is op de boosheid van de mensen. Ook zien we dat hier zeer direct staat dat God deze boze mensen niet meer liefheeft.

Hosea 11:1 Toen Israël een kind was, heb Ik het liefgehad.

Hosea 14:5 Ik zal hen vrijwillig liefhebben (Israël)

Mal. 1:2 Ik heb u liefgehad, zegt de HERE. (Israël)

Mal. 1:2 heb Ik Jakob liefgehad maar Esau heb Ik gehaat; ik heb zijn bergen tot een woestenij gemaakt en zijn erfdeel aan de jakhalzen der woestijn prijsgegeven. vers 4 Laten dezen bouwen, maar Ik zal afbreken; men zal het noemen: gebied der goddeloosheid, en: het volk waarop de HERE voor eeuwig toornt.

Dit is een heel beroemde tekst en vaak wordt gezegd dat met het haten hier wordt bedoeld dat God Esau op de tweede plaats zet. Toch blijkt uit de rest van dit gedeelte wel dat er wel iets ernstigers wordt bedoeld. Immers het is een volk waarop God voor eeuwig toornt. En deze toorn was een gevolg van de goddeloosheid waarom ook het gebied "gebied der goddeloosheid" werd genoemd. Het gaat hier misschien niet zo direct om Esau zelf alswel om zijn nageslacht.

N.T.

Joh.14:21 wie Mij liefheeft,zal geliefd worden door mijn Vader.

Joh.14:23 Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben.

Joh.16:27 want de Vader zelf heeft u lief omdat gij Mij hebt liefgehad en geloofd hebt, dat Ik van God ben uitgegaan.

Rom.8:28 Wij weten nu dat God alle dingen doet meewerken ten goede voor hen die God liefhebben

1Joh.2:15 Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld is.

Als wij de wereld nu niet mogen liefhebben, doet God dat dan wel? Of moeten we Joh.3:16 toch in de verleden tijd lezen. Wat is hier de uitleg van hen die geloven dat Joh.3:16 nu nog geldt en alle mensen geldt?

 

Al deze teksten spreken er van dat God van bepaalde mensen houdt en nergens is ook maar een spoor te ontdekken van liefde voor mensen die moedwillig God de rug toe keren.

De houding van God ten opzichte van zulke mensen is al duidelijk naar voren gekomen in Hosea 9:15. Ook de teksten in de bijbel die over haten spreken zijn in het algemeen erg duidelijk over Gods haat tegenover mensen die God haten.

Ps.11:5 wie geweld bemint, dien haat Hij.

Ps.5:5 Want Gij zijt geen God, wien goddeloosheid behaagt, geen boze zal bij U vertoeven,

de verdwaasden houden geen stand voor uw ogen, Gij haat alle bedrijvers van ongerechtigheid; Gij richt te gronde de leugensprekers, den man van bloed en bedrog verafschuwt de HERE.

Spr.3:32 want de HERE verafschuwt de verkeerde

 

Alle teksten, zeker in het oude testament tonen duidelijk aan dat haten tegenover liefhebben staat. Gelijktijdig haten en liefhebben van dezelfde personen lijkt mij onmogelijk. Het haten is een zeer negatieve houding tegenover iemand. Dat blijkt uit haast alle teksten waarin het woord voorkomt. Ook psalm 5 is daar een duidelijk bewijs van. Uit Spreuken 6:16 blijkt dat het gelijkstaat met een hartgrondige gruwel.

De hier aangehaalde teksten tonen ook duidelijk dat de haat niet alleen de daden betreft, maar zeker ook de dader. Het is dus onbijbels om te zeggen dat God het kwaad haat, maar dat Hij degene die het kwaad bedrijft lief heeft.

Is deze haat van God t.o.v. de opstandige mens nu in strijd met de uitspraak dat God liefde is?

Ik denk van niet. God wil niets liever dan de mens liefhebben, net zoals Hij niets liever wil dan dat alle mensen behouden worden, maar de mensen maken het God onmogelijk om naar zijn aard te handelen. De mens die moedwillig tegen God blijft ingaan heeft zelf de liefde van God verspeeld.

Liefde moet beantwoord worden om te kunnen leven.

De liefde komt spontaan uit God, maar de haat is een reactie op het gedrag van mensen. Gods heiligheid verdraagt geen houding van moedwillig geweld en opstandigheid tegen Hem.